En nu eens iets totaal anders: Geitensateh, oftewel Sateh kambing. Een heerlijke sateh met een heel eigen smaak.
Voor geitenvlees zal je waarschijnlijk op zoek moeten gaan naar een islamitische slager, niet iedere “gewone” slager zal dit in het assortiment hebben. En als die slager dan ook nog eens dwerggeit kan leveren ben je helemaal verzekerd van een mals stukje vlees. Ben je iets minder avontuurlijk ingesteld, gebruik dan lamsboutvlees.
Ingrediënten
Voor het vlees
- 750 gram mals geitenvlees (of lamsvlees als je geitenvlees te sterk van smaak vindt)
- Blikje santen (kokosmelk), 400 ml
- 25 gram tamarinde pasta (kant en klaar in een potje)
- Stukje trassi van ongeveer een vierkante centimeter
- 3 theelepels djahé (gemalen gemberwortel)
- 2 theelepels ketoembar, (korianderzaad)
- 1 theelepel djintan, (komijnzaad)
- Zout naar smaak
Voor de saus
- 100 ml ketjap manis
- Sap van 3 limoenen
- Plak goulah djawa (javaanse palmsuiker), ter grootte van een sjoelschijf
- 1 theelepel djahé (gemalen gemberwortel)
Bereiding
Voor het vlees
- Snij het vlees in blokjes van niet groter dan 2 bij 2 cm.
- Los de trassi eerst op in een paar eetlepels water
- Roer de santen, tamarinde, trassi, djahé, ketoembar, djintan en zout door elkaar. Hou ⅓ apart
- Meng het vlees met de santenmix en laat minimaal 12 uur doortrekken
- Leg 25 satehpennen in het water, minimaal 1 uur
- Rijg het vlees aan de pennen, ongeveer 30 gram per pen
- Rooster de satehs op een redelijk hete barbecue
- Bedruip de satehs tijdens het roosteren af en toe met het deel van de marinade dat je apart hebt gehouden
Voor de saus
- Verwarm de ketjap en los hier de goulah djawa in op.
- Voeg het limoensap en de djahé toe.
- Af laten koelen zodat de saus lekker dik wordt