Wij zijn gek op sambal. Als we chinees halen dan mag er van ons altijd wel sambal bij. Thuis hebben we ook meerdere potjes staan. Sambal manis en oelek, maar ook brandal en badjak. Die laatste gaat bijna overal doorheen.
Als er gehaktballen gemaakt worden dan doet een theelepel sambal badjak wonderen. Niet zo heel scherp maar geeft net genoeg pit en smaak. We hebben eens gekeken hoe je zelf sambal kunt maken en kwamen op dit recept voor sambal badjak.
Er zijn verschillende soorten sambal en honderden, misschien wel duizenden, recepten. En je kan het zo moeilijk en makkelijk maken als je wil. Het komt er in principe op neer dat er een tiental soorten sambal zijn waar oelek, manis, brandal en badjak de bekendste van zijn.
Badjak is de mildere vorm van oelek omdat de pepers eerst gebakken worden. Daardoor verliest het wat scherpte. Vergis je niet hoor. Sambal badjak kan best nog lekker uit de hoek komen. Wij gaan de pepers eerst nog roken. Gewoon omdat het kan, en we benieuwd zijn wat het resultaat zal zijn.
Daarom houden we deze sambal wat betreft ingredienten simpel. Op die manier hopen we dat de rooksmaak het meest tot z’n recht zal komen. Het enige vreemde ingrediënt in dit geval is tomaat. We hebben ooit eens sambal tomaat gegeten en die was erg lekker.
Zoals gezegd gaan we de pepers eerst roken. Omdat we gek zijn op gerookte knoflook zetten we die er ook meteen bij. Snij de kop van de hele bol. Vouw een bordje van aluminiumfolie waar je de bol inzet. Daarna schenk je er wat olijfolie over een strooi je er wat zout overheen. Dit laten we net zolang liggen tot de pepers en de tenen knoflook zacht zijn geworden.
Als de pepers gerookt zijn dan snijden we ze in stukjes om te pureren. Bij de helft laten we de zaadjes en zaadlijsten zitten. Bij de andere helft verwijderen we die. Je snijdt ze dan eerst doormidden en dan kan je met een scherp mes heel makkelijk de zaadlijsten en de zaadjes eruit schuiven. Druk niet te hard want dan duw je ook het vlees van de schil.
De tenen knoflook druk je heel makkelijk uit de bol als ze gerookt zijn. We gebruiken 6 tenen in dit recept. De rest van de tenen kan je heel lang bewaren en gebruiken voor andere gerechten. Je kan ze heel makkelijk pureren met de vlakke kant van een mes. Daarna kan je ze gebruiken in de soep of om sausen mee op smaak te brengen.
Daarna pureren we de pepers, knoflook, sjalotjes en de tomaatjes. We laten het geheel nu nog redelijk grof. Dat is makkelijker als we de boel gaan bakken. Als alles klaar is dan gaat het no een keer in de blender.
Nu komen we op het badjak gedeelte. Badjak betekent dat de sambal nog een keer gebakken is. Oorspronkelijk omdat het dan langer houdbaar wordt. Daarom noemen ze sambal badjak ook wel piraten sambal. Scheeplui namen sambal badjak mee omdat deze maandenlang goed bleef als ze op zee waren.
Tijdens het bakken gaat de trassi en de palmsuiker erbij. We gebruiken vloeibare palmsuiker omdat deze bijna overal te vinden is. De meeste supers hebben het wel in de schappen.
De sambal bak je nu net zolang door tot de pepers donkerder worden. Pas op dat je alles niet te heet bakt anders verbrand de palmsuiker en wordt de sambal bitter. Deze sambal badjak past bij een hoop gerechten maar kan je ook gebruiken om bijvoorbeeld kip mee te marineren.
Als je een beetje schoon hebt gewerkt, kan je deze sambal zeker 2 maanden goed houden als je het koel en donker bewaard. Je kan het ook heel goed invriezen. Maak kleinere porties in plastic zakjes zoals bij de Chinees. Die laat je, een paar uur voordat je het gaat gebruiken, ontdooien.
Ingrediënten
- 150 gram rode pepers (12 of 13 stuks)
- 75 gram cherry tomaatjes (6 of 7)
- 100 gram sjalotjes (5 of 6)
- 1 hele knoflookbol
- 1 el trassi
- 4 el zonnebloemolie
- 1 el Gula Jawa (palmsuiker)
Bereiding
- Rook de rode pepers en de bol knoflook op 120 graden tot de pepers en de tenen knoflook zacht zijn geworden.
- Snij de sjalotjes in kwarten gesneden en fruit ze in een beetje olijfolie met de tomaatjes.
- Verwijder de zaadjes en zaadlijsten van de pepers als je bang bent dat het anders te heet wordt.
- Snij de pepers in stukjes en pureer ze met de sjalotjes en 6 tenen knoflook.
- Bak deze peperpuree met de rest van de ingredienten op in een pannetje.
- Pureer daarna de hele saus tot het fijner is geworden.
- Breng op smaak met het sap van een halve limoen en een beetje zout.